Bekendmaking 2022/55 - Belastingverordening op de tweede verblijven – wijziging

De Gemeenteraad nam op 14 december 2019 de Belastingverordening op de tweede verblijven aan voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025. 

Doordat de stad Oostende onmogelijk oneindig in de tijd de stijgende kosten en de jaarlijkse aanpassing van de inflatie kan blijven opvangen, is het verantwoord het tarief te indexeren.

Gebruikers van een groot aantal particuliere woongelegenheden op het grondgebied van de stad Oostende maken gebruik van de gemeentelijke infrastructuur, de dienstverlening en het openbaar domein.

De stad Oostende levert belangrijke financiële inspanningen om kwaliteitsvolle dienstverlening aan te bieden en om het openbaar domein en de gemeentelijke infrastructuur te onderhouden en dat dit een weerslag heeft op het gemeentelijk budget.

De stad Oostende organiseert vele toeristische, culturele en sportieve evenementen en activiteiten zodat ook gebruikers van een tweede verblijf tijdens de weekends en in de vakantieperiodes kunnen genieten van een boeiend verblijf. Deze evenementen en activiteiten geven aanleiding geven tot (hoge) kosten.

De algemene kosten en de personeelskosten voor de dienstverlening, het onderhoud van de gemeentelijke infrastructuur en het openbaar domein stijgen jaarlijks en dit heeft impact op het gemeentelijk budget. Deze kosten en investeringen komen ook de eigenaars van de tweede verblijven ten goede.

Op het adres van een tweede verblijf op het grondgebied Oostende zijn geen natuurlijke personen met een woonplaats of zetel van fortuin -zoals voorzien in artikel 2 van het Wetboek Inkomstenbelasting- ingeschreven of geregistreerd zodat de stad Oostende aldus ten aanzien van de eigenaar(s) of gebruiker(s) van het tweede verblijf geen aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting kan innen zodat deze personen aldus niet bijdragen tot de fiscale financiering van de stedelijke dienstverlening.

Ook de eigen inwoners van de stad Oostende dewelke eigenaar zijn van een tweede verblijf op het grondgebied van de stad Oostende, verhinderen de stad Oostende om aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting te innen aangezien er op het adres van het tweede verblijf geen natuurlijke personen met een woonplaats of zetel van fortuin zoals voorzien in artikel 2 van het Wetboek Inkomstenbelasting zijn ingeschreven of geregistreerd.

Door het overlijden of de opname in een verzorgingscentrum van de eigenaar, huurder of gebruiker van het goed of door onvoorziene omstandigheden, is het niet vanzelfsprekend dat op 01 januari van het volgend aanslagjaar een andere bestemming wordt gevonden voor het betreffend goed. Daarom wordt door de invoering van een vrijstelling voor beperkte duur een kader gecreëerd dat de eigenaar toelaat om een andere bestemming te vinden.

Doordat de vraag groter is dan het aanbod wordt een beroep gedaan op eigenaars van woningen om hun woning ter beschikking te stellen aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociaal verhuurkantoor zodat aan de nood van tijdelijke woonplaatsen kan worden voldaan. Deze onroerende goederen dienen dan ook gedurende de verhuring aan het Openbaar Centrum van Maatschappelijk Welzijn of een sociaal verhuurkantoor van de belasting op tweede verblijven te worden vrijgesteld.

In bepaalde gevallen is het tengevolge van de renovatie van een tweede verblijf het onmogelijk het goed te gebruiken als tweede verblijf. Daarom wordt voorzien in een vrijstelling van beperkte duur. Deze werken houden in dat het gaat om een grondige renovatie of een renovatie op basis van de IER (ingrijpende energetische renovatie).

Op het einde van het jaar en het begin van een jaar is het niet altijd evident om zich administratief in orde te stellen i.v.m. een domicilëring. Daarom wordt hiervoor een overgangsperiode tot 31 januari toegestaan.

Er wordt een reglementair kader gecreëerd dat een vrijstelling verleent wanneer onvoorzienbare en ontoerekenbare omstandigheden de belastbare toestand veroorzaken.

Vanaf het aanslagjaar 2022 zal het tarief worden aangepast aan de levensduurte waarbij het tarief zal worden geïndexeerd aan de hand van de consumptieprijzen.

Om de index vanaf 2022 te berekenen wordt beroep gedaan op de gegevens op de website van de Federale Overheidsdienst Economie (http://statbel.fgov.be/nl/themas/consumptieprijsindex).

Bij de berekening van het tarief op basis van de index is het aangewezen om de afrondingsregels toe te passen.

JOUW STAD. JOUW VRAGEN. JOUW BEZORGDHEDEN. JOUW REACTIES.
Kom hier met al je vragen, en zelfs om eens te klagen. Maar ben je echt content, geef dan een compliment bereikbaar van maandag tot en met zaterdag van 8 tot 19 uur.