Belasting op tweede verblijven

Hoofdthemas

Stad Oostende heft een belasting op de tweede verblijven die gelegen zijn op het grondgebied van de stad. 

Voorwaarden

De jaarlijkse belasting voor een tweede verblijf moet worden betaald door de persoon die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van het pand waar het tweede verblijf zich bevindt. Als het pand onder een opstalrecht, erfpacht of vruchtgebruik valt, is de opstalhouder, erfpachter of vruchtgebruiker verantwoordelijk voor de belasting, maar de eigenaar blijft medeverantwoordelijk. Als er veranderingen zijn in de zakelijke rechten van het onroerend goed tijdens een overgangsfase, moet de nieuwe eigenaar, opstalhouder, erfpachter of vruchtgebruiker vanaf 1 januari na de datum van de akte de belasting betalen. Die persoon moet dit binnen acht dagen melden. De belasting moet binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet betaald worden. 

Procedure

Doe je aangifte als particulier online via

Aangifteformulier tweede verblijven - aangifte aanslagjaar 

Doe je aangifte als onderneming online via

Aangifteformulier tweede verblijven - aangifte aanslagjaar (als onderneming)

Kostprijs

De belasting bedraagt 1.000 euro (niet geïndexeerd) en wordt sinds het aanslagjaar 2022 jaarlijks geïndexeerd. Hiervoor wordt een formule gebruikt waarbij de index van de consumptieprijzen in rekening wordt gebracht. De formule kan je in in de verordening terugvinden.  

Uitzonderingen

Hier zijn situaties waarin je de belasting niet hoeft te betalen:

  1. Als de woning te huur of te koop wordt aangeboden, en het laatste huurcontract of de inschrijving in het bevolkingsregister binnen de laatste zes maanden voor het belastingjaar is beëindigd. Dit geldt voor één belastingjaar.
  2. Als de eigenaar, huurder of gebruiker in een rust- of verzorgingscentrum verblijft. De vrijstelling is beperkt tot het belastbare pand waar de persoon, die in een rust- en verzorgingscentrum is opgenomen, voorheen woonde. Deze vrijstelling geldt voor het belastingjaar volgend op de adreswijziging.
  3. Als de woning wordt verhuurd aan het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn) of een sociaal verhuurkantoor.
  4. Als de woning ingrijpend energetisch wordt gerenoveerd of verbouwd en niet gemeubileerd is, waardoor deze niet bewoonbaar is. Deze vrijstelling kan slechts eenmalig worden toegekend en geldt voor één belastingjaar.
  5. Als de woning als hoofdverblijfplaats wordt verhuurd en de huurder op 1 januari van het belastingjaar niet in het gemeentelijk register staat ingeschreven. Bovendien moet het huurcontract tussen 1 december en 31 december van het kalenderjaar voorafgaand aan het belastingjaar zijn afgesloten.
  6. Als de gebruiker door overmacht zijn zakelijke rechten op het onroerend goed niet kan uitoefenen. Zakelijke rechten kunnen volle eigendom, vruchtgebruik, erfpacht, opstal of recht van gebruik en/of bewoning zijn.
JOUW STAD. JOUW VRAGEN. JOUW BEZORGDHEDEN. JOUW REACTIES.
Kom hier met al je vragen, en zelfs om eens te klagen. Maar ben je echt content, geef dan een compliment bereikbaar van maandag tot en met zaterdag van 8 tot 19 uur.