In het stadsrandbos worden autochtone bomen en struiken aangeplant. Dat wil zeggen dat ze van nature sinds mensenheugenis in onze streken voorkomen. Sinds heel lang zijn ze samen met andere organismen (insecten en andere dieren, schimmels, andere planten,…) aangepast aan de lokale biologische, bodem- en klimaats- omstandigheden. Dat betekent dat ze voor de natuur hier een essentiële schakel zijn in het ecosysteem.
Het geboortebos dat in 2024 voor de kinderen geboren in 2021,2022 en 2023, werd aangeplant, kreeg de structuur van een bosrand. Deze bestaat vooral uit struiken en lagere bomen die een geleidelijke opbouw vormen naar het bos waarin de hogere bomen voorkomen. Deze rand zorgt voor een extra bescherming van het bosklimaat en vormt een paradijs voor zangvogels waar ze volop kunnen nestelen en in het najaar en de winter volop vruchten vinden om de koude maanden door te komen. Op deze rand valt nog veel zonlicht in, wat een voordeel is voor de vele insecten (waaronder vlinders) die hier een ideale leefomgeving vinden.
Sleedoorn – Prunus spinosa
Deze struik wordt ongeveer 3 meter hoog en bloeit al vroeg in het voorjaar (rond maart) voordat de bladeren ontluiken. De witte bloempjes lichten sterk op en contrasteren met de vaak nog kale begroeiing in de omgeving. Sleedoorn is verwant met de pruimen en in de herfst draagt deze massaal diepblauw-paarse kleine ‘pruimpjes’. De vogels smullen er naar hartenlust van terwijl mensen er traditioneel sterke drank van destilleren. Voordat de traag groeiende sleedoorn hout van voldoende dikte heeft aangemaakt, duurt dat wel wat jaren. Eens dik genoeg wordt het gebruikt voor houtsnijwerk. Maar dat doe je niet zomaar zonder de nodige ervaring en het juiste materiaal. Sleedoorn heeft het hardste hout van de bij ons groeiende stuiken en bomen.
![](/file/imagecache/u6eHAxHuGWZqP2YyLEqDzUhtJpfEoSuw6DPlLoFopk3d/content/6405896d-3ad3-4fdb-a54b-f6de3be2868a/38556.jpg)
![](/file/imagecache/5z7eGonhgr63YArcOqiUUX8skE1jkwW52zbzYWpoRKE3d/content/230595ac-a77f-4e97-89b9-41660cb32173/38555.jpg)
Eenstijlige meidoorn – Crataegus monogyna
Zoals de naam het zegt is dit een stekelige struik tot boompje dat rond de maand mei bloeit. De struik is dan helemaal overdekt met wit-licht roze bloempjes. De insecten vinden er volop nectar in deze lentedagen. Als boom wordt hij tot 8 meter hoog en kan in een bos onder de hogere bomen in de (half-)schaduw gedijen. In de herfst is de struik overladen met rode vruchtjes. Lijsterachtige vogels zoals Zanglijster, merel, kramsvogel en koperwiek vinden er in het najaar en winter een fantastisch buffet. Voor mensen zijn de bloeiende scheutjes een bijzonder goed hartversterkend geneesmiddel.
![](/file/imagecache/xXFGZGa9ZqpClDPktypWk97z21Je77spnY48juUew3d/content/dbf239e7-16b5-4e42-8a26-d2b4c0f39cfe/38558.jpg)
![](/file/imagecache/L4SLMoSaiHCy8QgMsFXHB8blD2KuX7vpOrTBDXfJYk3d/content/8a6e7a03-652e-4df8-a24c-3448ef165ad4/38557.jpg)
Rode Kornoelje – Cornus sanguinea
Deze stuik is vooral bekend van zijn uitheemse broertjes (Canadese kornoelje, Witte kornoelje enz.) die omwille van de fel gekleurde takken (rood, geel) in de winter kleur geven in de tuin. In het bos bloeien heel wat struiken vroeg in de lente. Kornoelje breidt deze bloeiperiode uit naar de late lente in mei en juni, zodat insecten ook dan aan de nodige pollen en nectar geraken. De vruchtjes zijn in de winter een fijne afwisseling voor de vogels. Mensen gebruikten het hout traditioneel voor de stelen van smeedhamers en slagwerk. Omdat het hout zo taai is, kan je er perfect goede pijl en boog van maken.
![](/file/imagecache/YhaOUyK4nVmTKEx8RFKoOqWa78eZUDoSvyutSqVq43d/content/c1cceb37-c916-43f8-b35c-111280fedbba/38559.jpg)
Kardinaalsmuts – Euonymus europaeus
Deze struik valt vooral op in het najaar door de roze vruchtjes in de vorm van een kardinaalsmuts met binnenin fel oranje zaden. Ook door het fel verkleurend blad in de herfst wordt de struik veel in tuinen aangeplant. Vogels smullen in het najaar van de vruchtjes en laten de zaden overal in het bos achter waardoor nieuwe struiken in ons stadsrandbos massaal verspreiden onder de hogere bomen. Typisch voor deze struik is dat hij in de zomer vaak wordt kaalgevreten voor de kardinaalsmutsspinselmot. De rupsen ervan verschuilen zich in wit spinsel waarin zowat de hele plant wordt gehuld. De stuik heeft zich hieraan aangepast door zijn groene stengels. Wanneer al het blad is weggevreten, blijft hier nog bladgroen zodat de plant nog verder het zonlicht kan opvangen om verder te groeien. Het hout is erg bestendig tegen slijtage. Daarom maakte men er vroeger spoelen van voor het spinnen van textiel en katrollen voor in molens waar deze soort vaak werd aangeplant.
![](/file/imagecache/clRfnv7iEfnWTkM0WkOpHrUfNZg9XkPi7NthPhqmqJU3d/content/672ae7b1-5c75-49e9-ba96-12ceddbc60dc/38560.jpg)
Gewone vogelkers – Prunus padus
Deze soort groeit uit tot een kleine boom tot maximaal 15 meter. Het liefst groeit hij wat beschut onder hogere bomen die nog voldoende licht doorlaten. De bloei vanaf april is overdadig, zoals we dat kennen van de eetbare kersen. De bloemen zijn in de lente belangrijk als nectarbron. De vruchten in de herfst worden goed gesmaakt door vogels en andere dieren. Dat zien we ook aan de massale verspreiding in de ondergroei van ons stadsrandbos.
![](/file/imagecache/pOXJregP34y8sIMHv9qWpOK1oq6fdo53wLcetHaA3d/content/b0043cc3-0774-4238-bf0f-872acafea125/38562.jpg)
![](/file/imagecache/3Qd5w70zzrQEHITGLAq3mFYstn6IryfP3zp3e8Y83d/content/9346c1dd-f477-4120-bc04-e90672d597a0/38561.jpg)
Honsroos – Rosa canina
Wanneer de meeste andere stuiken zijn uitgebloeid, zorgt deze wilde rozensoort nog in de vroege zomer voor roze bloemenpracht in ons stadsrandbos. Wie al eens tegen de stuik is aangelopen, zal hem voor altijd herinneren. De stekels blijven erg gemakkelijk haken in je kledij en haren. We zijn gewaarschuwd. Met zijn stekelige, rankende takken kan hij soms vele meters hoog klimmen in andere stuiken of bomen. In de winter profiteren vogels van de vitaminenrijke rozenbottels. Ook wij kunnen ons dan op een wandeling tegoed doen aan het gezonde vruchtvlees, ofwel kan je er voor later confituur van maken. Let wel op: zoek een struik buiten het bos want uit het bos mag je bij ons wettelijk niets plukken. Zonder dat we het weten staat de hondsroos vaak aangeplant in onze siertuinen, niet als een bloeiende stuik maar als de wortel (onderstam) waarop onze gekweekte rozen zijn geënt.
![](/file/imagecache/rRzd2u3W6pBDvLx82BbKs2aRBUv3dWqPjy0gucTEpY3d/content/3735a116-fba7-4561-b29b-413520cbdae5/38564.jpg)
![](/file/imagecache/ObXpmJKoEvA1eJVdJKUfEs8G7ZqWdLzbaavy3Xc43d/content/28ac1e65-5b1c-4089-b947-fcd0ec4590f1/38563.jpg)
Mispel – Mespilus germanica
De mispel is bij ons pas later ingeburgerd, want pas een paar duizend jaar geleden met de Romeinen tot bij ons mee gekomen vanuit het oostelijk Middellandse Zeegebied. Zij brachten die mee in het bijzonder voor hun smaakvolle en vitaminenrijke vruchten in de winter. In het licht van de klimaatverandering heeft die plant door zijn oorsprong in warmere streken, het voordeel om goed bestand te zijn tegen hitte. Rond december worden de bruin gekleurde vruchten zacht. Dan smaken ze als zeer smaakvolle appelmoes. Lijsterachtigen en andere zangvogels zijn er dol op. Door de mens is de soort verder veredeld tot variëteiten met nog grotere van die vitaminenrijke ‘appeltjes’.
![](/file/imagecache/2cq1c54mqjC5qpiUjhZto4WndxPJ4CzEBEFyAUHG83d/content/a69fad34-eafa-434e-a7df-42fdd9511e44/38565.jpg)
![](/file/imagecache/vinrRqHstwn3ArN6H803VM2oOeeJfXEbOiNzDrQ9ws3d/content/5bafc633-0468-4b30-b7e0-c9d8d92cb895/38573.jpg)
Gelderse roos – Viburnum opulus
Heel wat van de aangeplante struiken zijn familie van de roos: Hondsroos, Meidoorn, Sleedoorn, Gewone vogelkers en Mispel. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, is deze struik dat niet. Hij is wel verwant met de alom bekende vlier. Die verwantschap merk je ondermeer aan de typische indringende geur die beide planten hebben. Gelderse roos bloeit in mei-juni met witte tuilen die voor insecten heel aantrekkelijk zijn. De rode bessen blijven in de winter lang aan de stuiken hangen. Pas nadat ze wat meer suikers hebben gevormd, worden ze smakelijker voor de vogels, meestal op een moment dat de andere vruchtdragende struiken zijn leeggepikt. Als bloem staat hij symbool voor fierheid en trots.
![](/file/imagecache/18GKvpbXWKhXhHFjvR7xQojzRd1MP2myeCFaEC03d/content/726c7a95-c092-4bb6-95b8-24b2fa047c60/38566.jpg)
![](/file/imagecache/MJBTOr75QzfayLV5FLD7bcxIjyRIVbRvBNvhT6x11k3d/content/82fe336c-aff5-4a2f-935e-be1ccfbdd0f8/38572.jpg)
Hazelaar – Corylus avellana
Deze hoge struik is verwant met bomen die in ons stadsrandbos voorkomen: Zwarte els, Ruwe berk en Haagbeuk. Deze dragen al vroeg in het voorjaar bloemen in de vorm van hangende katjes. Van de hazelaar kan dat al in januari wanneer er amper iets van bloei te bespeuren valt in de natuur. De pollen profiteren dan maximaal van de wind die nog door het kale landschap waait om andere soortgenoten te gaan bevruchten. Voor de dieren in het bos vormt deze struik een welkome aanvulling in het voedselaanbod. Muizensoorten en echte bosvogels zoals Gaaien profiteren hier volop van. Nu en dan werd in ons stadsrandbos ook al een eekhoorn gespot die hier graag ook een ‘nootje’ van meepikt.
![](/file/imagecache/E5ziYZTFcDDVnpYq5rZt5sDcnOU5bXNoVQ4w2Mfvyw3d/content/c6e3d352-9646-416c-bc8e-140e92ffc429/38569.png)
![](/file/imagecache/1Jh08OCppppUJcywFVTPwd2kb4Fpvx1L5zcgJRq10A3d/content/06135479-3be4-4714-8393-aaad0986c44d/38568.jpg)
![](/file/imagecache/V0VSe5RyJQotl5nx9MLccVO1dIDupgF4SSBA0hU7tE3d/content/3c7aa3e6-53d5-4310-8497-de8800c3fbe2/38567.jpg)
Sporkehout – Rhamnus frangula / Frangula alnus
Deze stuik groeit tot ongeveer 5 meter. Hij kan groeien onder de kruinen van hogere bomen die nog voldoende licht doorlaten. De stuik bloeit zeer lang, van april tot juli. Daarom is hij een interessante nectarbron voor insecten. Al in de nazomer kunnen vogels genieten van de bessen. In ons stadsrandbos groeit hij op de voor hem eerder atypische kleigrond. Maar door zijn aanwezigheid heeft de citroenvlinder meer kans gekregen om talrijker rond het bos te fladderen. De rupsen eten zich echter dik met de bladeren ervan.
![](/file/imagecache/q21ktDhy9YPOasXz3RXrJ877ZOWhq7t8ghIMQGDjU6c3d/content/63e727cc-b159-4759-b3c0-f70e737e1f35/38571.jpg)
![](/file/imagecache/0S9oUr5RJV8sfxZpkP69znhSdS25e1JPlKFEdn5TmFY3d/content/0fbd12dc-a463-4d99-bc15-9feb75dc3edb/38570.jpg)