1. De zee is geen zwembad. Ook als je goed kan zwemmen, is het uitkijken.
De stroming en golven zijn soms sterker dan je denkt. Altijd goed opletten dus!
2. Zwem enkel in de bewaakte zones en tijdens de bewaakte uren.
Redders staan klaar om te helpen, maar alleen op bepaalde plekken en tijden. De redders staan klaar voor jou van 10:30 's ochtends tot 18:30 's avonds.
3. Heb je een probleem? Ga dan meteen naar de redders. Ze zijn er om je te helpen.
De redders zijn getraind om snel te reageren en ze staan altijd klaar om je te helpen.
4. Let op de vlag: bij groen mag je zwemmen, bij rood niet en bij geel is het extra oppassen.
De vlag vertelt je of het veilig is om te zwemmen. Even checken dus voor je het water inloopt.
5. Reken niet alléén op de redders. Er moet altijd iemand een oogje in het zeil houden.
Mama, papa of een andere volwassene kijk best altijd mee wanneer jij speelt in het water.
6. Loop niet op golfbrekers of rotsen en blijf niet op zandbanken staan.
Ze lijken leuk, maar ze kunnen gevaarlijk en glad zijn. Beter gewoon afstand van nemen!
7. Spreek een herkenningspuntje af (verdwaalpaal) en doe een polsbandje om.
Een herkenningspunt of armbandje zorgt ervoor dat je snel weer bij mama of papa bent als je verdwaalt. Verdwaalbandjes zijn te vinden op de dijk of bij een strandmedewerker.
8. Graaf geen tunnels of diepe putten en gooi je put achteraf weer dicht.
Tunnels kunnen instorten en diepe putten zijn gevaarlijk voor andere strandgenieters.
9. Pas op voor te veel zon en hitte en kijk ook een beetje uit voor pietermannen en kwallen.
Smeren, drinken en uitrusten in de schaduw, zo blijf je vrolijk en veilig.
10. Laat geen afval achter.
Gooi alles netjes in de vuilbak voor dat je het strand verlaat.
Zomerse groetjes,
De redders