Jeanne Pauwels en Emiel Mariën

Robert Declercq vroeg twee struikelstenen aan om zijn grootouders te eren. Hij vertelt: 

Mijn grootvader was gewapend weerstander en ook mijn grootmoeder zat bij het verzet. Over haar rol bij het verzet, weet ik niet veel. Daar werd minder over verteld. 

Wat ik wel weet is dat ze informatie, papieren en materiaal bijhield. Als ze op bezoek ging bij familie, nam ze die mee en bracht ze die rond. Soms ging ze ook boodschappen brengen naar iemand die ondergedoken was.

Mijn moeder deed dat trouwens ook als jong meisje. Ze vertelde me ooit dat ze met haar fiets het revolver van mijn grootvader naar zijn werk ging brengen.

Ze werden verraden

Mijn grootvader werd eerst opgepakt, tijdens een geheime vergadering aan de Kromme Elleboog. Daar was een boerderij waar ze met verschillende leden van de groep samenkwamen om plannen te maken. De Duitsers vielen er binnen en pakten alle leden op. Achteraf bleek dat ze zijn verraden door een vrouw die haar zoon probeerde vrij te krijgen, wat trouwens niet gelukt is.

Toen ze niet terugkwamen, wist mijn grootmoeder dat er iets mis was. Een paar dagen later kwam de Gestapo haar halen, thuis in de Koninginnelaan. Ze waren zwaargewapend en namen haar mee. Mijn moeder zag het allemaal gebeuren en bleef alleen achter. Ze kon terecht bij een tante die naast de deur woonde en bleef daar tot het einde van de oorlog.

Mijn grootmoeder werd naar de gevangenis in Brugge gebracht. Daar zat ze een viertal dagen opgesloten in een cel waar ze enkel kon rechtstaan of bukken. Ze schoven er brood met wat soep en water binnen, maar ze kon er amper aan. Ze heeft me nog verteld hoe ze hoorde dat de muizen haar brood opaten. Toen ze haar ondervroegen, loste ze niets. Ze werd gedeporteerd naar het concentratiekamp van Ravensbrück. Een concentratiekamp voor vrouwen, waar ze allerei experimenten en medische proeven deden. Daar bleef ze tot ze bevrijd werd door de Russen.

Terug op krachten komen

De oorlog was toen nog niet gedaan. Dus voor ze veilig terug kon keren, werd ze eerst naar Zweden gebracht om terug op kracht te komen. Ik vond een toeristische gids terug die ze er gekregen heeft. Tussen de blaadjes stak ze boombladeren van bomen en planten die ze er vond. Om haar tijd daar te verdrijven waarschijnlijk. Vooraan in het boek vond ik ook een opgevouwen blaadje, waarop ze de weg van de bevrijding neerpende.

M’n grootmoeder vertelde me ooit een anekdote van haar laatste dag in Zweden. Ze zei dat iedereen er een valiesje had gekregen met wat spullen. Voor ze de trein opstapten, kwamen de mensen van het hotel vragen of iedereen die bestek had meegenomen, het wilde terugleggen. En toen zag je ze een voor een terugkeren met het bestek.

Mijn grootmoeder was eerst terug, relatief snel na het einde van de oorlog. Mijn grootvader is bevrijd door de Amerikanen. Mauthausen ligt helemaal in het uiteinde van Oostenrijk, dus toen ze daar aankwamen, was het hier al allemaal bevrijd. Na een drietal maanden kwam hij dan eindelijk ook thuis. Mijn moeder herinnerde zich nog dat iemand hen kwam zeggen dat hij was aangekomen in het station. Hij was 1,85m groot, maar woog toen amper 50 kg. 

In Mauthausen moesten ze stenen kappen en op hoge trappen naar boven dragen. Via via kwam ik te weten dat mijn grootvader ooit in de rij stond om naar de gaskamer te gaan, toen het Rode Kruis net binnenviel. Zo is hij op het nippertje gered. Maar hij zelf heeft daar nooit over verteld.

Na de oorlog

Na de oorlog gingen ze verder met hun leven. Ze hadden wel een enorme afkeer van alles wat Duits was. 

Mijn grootmoeder had bijvoorbeeld een groot hart voor kinderen. Op een dag stopte er een bus met kinderen voor onze deur en stapte een kindje uit de bus omdat ze moest overgeven. Mijn grootmoeder ging vlug naar buiten om te kijken wat ze kon doen. Maar ze kwam snel weer naar binnen. Het was een Duitse bus..

Mijn grootvader had dat ook. Hij werkte aan de sluizen aan het station. Jachten die er binnenkwamen moesten hun papieren voorleggen. Hij ging aan boord bij iedereen, maar als het een Duits jacht was, moesten ze naar zijn bureau komen. 

Ook bij bepaalde winkeliers in Oostende, die hadden gecollaboreerd met de bezetter, gingen ze niet. Dat is iets dat nog lang is blijven hangen bij de mensen. 

 Verhalen over toen

Er werd niet veel verteld over de oorlog. De broers van mijn grootouders zaten ook allemaal bij het verzet, dus enkel op familiefeesten of begrafenissen werden er al eens herinneringen opgehaald.

M’n grootmoeder en moeder kenden bijvoorbeeld boeren in Vladslo. In de oorlog reden ze ernaartoe met een tandem en ruilden ze kleren voor eieren. Op een dag werden ze door een controlepost tegengehouden en startte de tandem niet meer. De Duitsers moesten ze weer in gang helpen. “Weet je dat nog, toen hebben we geluk gehad hé met al dat gerief in onze zakken”, vertelden ze dan op familiefeesten. 

Ze hadden ook een elektriciteitspaal gestut in de kelder en daar een gat in gemaakt voor een radio. Zo luisterden ze naar de Engelse radio. Dat soort anekdotes deelden ze, maar ze hebben nooit iets verteld over hun uitgevoerde plannen. Ik denk dat dat zodanig in het geheim moest gebeuren dat ze eigenlijk niet wilden toegeven dat ze daarbij waren. 

JOUW STAD. JOUW VRAGEN. JOUW BEZORGDHEDEN. JOUW REACTIES.
Kom hier met al je vragen, en zelfs om eens te klagen. Maar ben je echt content, geef dan een compliment bereikbaar van maandag tot en met zaterdag van 8 tot 19 uur.