Tips voor omstaanders: wat doe je in deze situaties?
Aanspreken - vraag het mikpunt of alles ok is. Spreek de dader aan op het ongepast gedrag.
"Hé, dit is niet ok. Kun je stoppen?"
(of naar het mikpunt:) "Gaat het? Wil je dat ik help?"
Afleiden - doe alsof je iets morst of alsof je het mikpunt kent.
Hey, sorry dat ik stoor, maar weet jij misschien waar de toiletten zijn?"
(of tegen de dader:) "Je telefoon gaat, denk ik."
Aanwezig blijven - hou een oogje in het zeil
Maak zichtbaar dat je luistert of kijkt, eventueel met oogcontact of lichaamstaal.
Afzonderen - neem het mikpunt mee naar een andere plaats.
"Kom, ik wil je even iets laten zien. Ga je mee?"
(of:) "Zin om even iets te drinken te halen met mij?
Anderen betrekken:
Naar een andere omstaander: Wil jij even met me meekomen? Volgens mij loopt het daar niet oké."
(of:) "Kan jij de uitbater erbij halen? Dit gaat te ver.
Aanspreken
"Hé, ik denk dat die persoon te dronken is om echt te kunnen instemmen. Dit voelt niet oké."
(of:) "Weet je zeker dat dit oké is voor haar/hem/hen? Ze lijkt helemaal van de kaart."
Afleiden
"Kom, we gaan een luchtje scheppen."
(of tegen je vriend:) "Hey, ik moet je even spreken – nu."
Aanwezig blijven
Blijf in de buurt en laat je aanwezigheid merken.
Zeg eventueel: "Ik blijf even in de buurt, dit ziet er niet goed uit."
Afzonderen
"Gaat het met je? Kom even mee, ik breng je ergens waar je kan zitten/rusten."
"Wil je even uit deze drukte? Ik loop mee."
Anderen betrekken
Wil jij even mee meekijken? Volgens mij gaat dit niet goed."
"Kan iemand het personeel waarschuwen? Die persoon is duidelijk te dronken."
Aanspreken
"Ik zag wat je net deed. Dat kwam niet oké over – heb je door hoe dat overkomt?"
(of tegen het mikpunt:) "Gaat het met je? Je hoeft dit niet zomaar te accepteren."
Afleiden
"Hé, zullen we een drankje halen?"
(of tegen de dader:) "Er staat iemand op je te wachten daar."
Aanwezig blijven
Blijf in de buurt en zorg dat je zichtbaar bent, zodat de dader voelt dat hij/zij/hen niet ongezien blijft handelen.
Zeg eventueel: "Ik blijf even bij jullie staan."
Afzonderen
"Kom even met me mee, ik wil iets vragen."
(of naar het mikpunt:) "Wil je even naar buiten voor wat frisse lucht?"
Anderen betrekken
"Heb jij dat ook gezien? Kun jij mee een oogje in het zeil houden?"
(of:) "Kun je iemand van het personeel halen? Dat gedrag daarnet ging echt te ver."

