Josyane Vanhoutte (1946) / Brons, 2000
De Oostendse beeldhouwster Josyane Vanhoutte beeldt de koning af in regenjas met opstaande kraag, alsof hij tussen het volk wandelt. Josyane maakte het beeld voor plaatsing op een hoge sokkel die hier echter niet werd geplaatst. De weduwe van ere-burgemeester Jan Piers (°1920 - +1998) zamelde geld in en financierde het beeldhouwwerk.
Boudewijn werd koninklijke prins in 1950 en koning in 1951 als gevolg van de koningskwestie die leidde tot het aftreden van zijn vader, Leopold III. Hij slaagde erin de dynastie en de koninklijke figuur opnieuw populair te maken bij de bevolking. Tijdens zijn regeerperiode kreeg het koningschap een meer representatieve functie, maar Boudewijn aarzelde niet om persoonlijk in te grijpen tijdens crisismomenten.
In zijn paternalistische visie op Belgisch-Congo was onafhankelijkheid, indien onafwendbaar, iets voor de verre toekomst. In de jaren vijftig probeerde hij dan ook het politieke dekolonisatieproces af te remmen.
De rol van het koningshuis tijdens en na de onafhankelijkheid (onder andere de moord op Lumumba en de afscheiding van Katanga) blijft een onderwerp voor verder onderzoek. Voorbeelden hiervan zijn de oprichting van de bijzondere commissie voor het koloniaal verleden in 2022 en de Lumumba-commissie in 2001.
Op 30 juni 2020, de 60ste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid, stuurde koning Filip een brief naar Congo om zijn diepste spijt te betuigen voor de wonden uit het verleden.
Stad Oostende wil het koloniale verleden recht in de ogen kijken. Want ons verleden leeft verder in de wereld van vandaag, in tal van zichtbare en onzichtbare sporen. De Stad wil hierover informeren en sensibiliseren. De infoborden plaatsen de beelden, gedenkstenen en pleinen in een nieuwe hedendaagse context.